Aanpassingen bouwregelgeving. Wat gaat er veranderen?

Nieuws Nieuws · 11 januari 2024
Experts
Gerrie van der Breggen
Adviseur Onderhoud en verbetering bestaande woningen
Frank Wilschut
Secretaris van het MKW-platform en belangenbehartiger

Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) in werking getreden. De Bbl is de opvolger van het Bouwbesluit 2012. Je leest in dit artikel wat de aanpassingen in de Bbl betekenen voor corporaties.

Verduidelijking eisen voor vrijhouden vluchtroutes in woongebouwen

Ingangsdatum: 1-7-2024

Er gelden concrete eisen voor het brandveilig gebruik van vluchtroutes in een gemeenschappelijke ruimte (gangen, trappen, entree) in woongebouwen. In de vluchtroute mogen géén brandbare objecten staan. Denk dan aan:

  • meubilair 
  • elektrische vervoersmiddelen (zoals scootmobielen)
  • huisvuil, grofvuil, oud papier, kratten
  • decoraties van brandbaar materiaal

Zie ook de aanvullende artikelen in hoofdstuk 6 (Gebruik van bouwwerken) van het Bbl, afdeling 6.2 (Brandveiligheid).

Naast het verbod op brandbare objecten regelt het Bbl dat er géén objecten in de vluchtroute mogen staan die het vluchten belemmeren. Op gangen, trappen, etc. in de gemeenschappelijke ruimte moet er in ieder geval een breedte overblijven van 0,85 m.

Doorvalbeveiliging 

Ingangsdatum: 1-7-2024

Doorvalveiligheid wil zeggen: de constructie van ramen in een woning is zodanig dat er geen/weinig risico is op een valongeluk. Verhuurders zijn verantwoordelijk voor doorvalveiligheid. De Bbl bepaalt dat bij bestaande huurwoningen waar de kozijnen of het glas volledig worden vervangen, ook doorvalbeveiliging wordt aangebracht bij lage vensterbanken. De beveiliging (een stang) moet worden aangebracht op ten minste 0,85 m boven de vloer.

Om huurders te waarschuwen voor de risico’s om uit of door een raam te vallen, heeft het ministerie van BZK in samenwerking met verhuurdersorganisaties (waaronder Aedes) communicatiemiddelen ontwikkeld die je als corporatie kunt gebruiken voor je huurders. 

Loden leidingen

Ingangsdatum naar verwachting: 1-1-2026

Vanaf 1 januari 2025 is het verboden om nog loden leidingen te hebben bij huurwoningen en kindlocaties (kinderopvang, gastouderopvang en basisscholen). Daarom worden 2 nieuwe sub-gebruiksfuncties voor de woonfunctie geïntroduceerd in het Bbl: de ‘woonfunctie voor verhuur’ en de ‘woonfunctie voor gastouderopvang’.

Aanscherping brandveiligheidseisen (brandklasse en brandwerendheid) voor hoge gevels

Ingangsdatum naar verwachting: 1-1-2026

Bij de nieuwbouw en verbouw van hoge gebouwen wordt de brandklasse van de gevels aangescherpt van brandklasse B naar brandklasse A2. Het gaat hierbij om constructieonderdelen die grenzen aan de buitenlucht en hoger liggen dan 50 m boven het meetniveau van gebouwen. Deze aanscherping geldt specifiek voor gebouwen waarin mensen slapen. Denk dan aan gebouwen met een woonfunctie, woonfunctie voor zorg, kinderopvang met slaapmogelijkheden, celfunctie, gezondheidszorgfunctie met slaapmogelijkheden en logeermogelijkheden. Slapen er in het gebouw mensen die verminderd zelfredzaam zijn? Dan geldt voor de constructieonderdelen een grens van 30m en hoger.

In plaats van brandklasse A2 mag je als corporatie ook voldoen aan regels die zijn vastgesteld bij ministeriële regeling. In de Omgevingswet wordt een alternatieve methode vastgelegd voor de eis brandklasse A2. Het gaat daarbij om het toepassen van grote of middelgrote brandproeven op gevels.

Voor dezelfde categorieën hoge gebouwen worden ook de eisen aan de brandwerendheid aangescherpt. Deze wijziging komt neer op een extra brandwerendheidseis van 120 minuten tussen brandcompartimenten/ruimten die in hoogte meer dan 20 meter van elkaar liggen. De eerdere eisen in het Bbl regelen al dat direct boven elkaar gelegen brandcompartimenten/ruimten een brandwerendheid moeten hebben van 60 minuten. De eis van 120 minuten moet voorkomen dat in een hoog gebouw een snelle branduitbreiding plaatsvindt over een grote hoogte van het gebouw.