Woningcorporaties betalen sinds 2008 VPB over al hun werkzaamheden, dus ook over niet-winstgevende activiteiten die zich richten op maatschappelijk doelstellingen. Aedes heeft daar altijd bezwaar tegen gemaakt.
Geschikt moment
De splitsing van woningcorporaties in een DAEB- en een niet-DAEB-tak, waarbij
het ‘commerciële’ en het sociale vastgoed van corporaties gescheiden wordt, is
een zeer geschikt moment om de VPB-verplichting op DAEB-activiteiten te laten
vervallen. Het is dan immers voor Belastingdienst en corporaties eenvoudig
onderscheid te maken waar corporaties nu wel, en waar ze geen VPB over hoeven te
betalen. Corporaties moeten uiterlijk 1 januari 2018 hun DAEB- en
niet-DAEB-activiteiten scheiden.
Tegenvallende inkomsten
In de periode 2008-2011 haalde de overheid in totaal slechts 33 miljoen
euro op bij de woningcorporaties. Over de inkomsten in de periode 2012-2014 kon
de Wiebes nog niets zeggen. Dit terwijl de VPB-plicht niet alleen
woningcorporaties een administratieve last bezorgt, maar ook de Belastingdienst.
Zo kostte de uitvoering de Belastingdienst in 2014 520.000 euro.