In het huidige BTIV artikel 61 zijn meerdere formules opgenomen om te bepalen of er voor een corporatie in een verslagjaar sprake is van overcompensatie. Het rendement dat een corporatie met haar DAEB activiteiten behaalt wordt tot nu toe vergeleken met het directe rendement van de IPD vastgoedindex voor woningen. De norm voor redelijk rendement wordt na de voorgenomen wijziging afgeleid van de discontovoeten uit het Handboek Marktwaardering
In het voorgenomen BTIV is voor een periode van vijf jaar, met de intentie telkens voor een periode van vijf jaar opnieuw vast te stellen, een rendementsnorm opgenomen van 5,0 procent. Voor de genoemde categorale instellingen is dat 6,2 procent en voor de instellingen merendeels actief in krimpgebieden geldt 5,7 procent.
Nieuw is dat de normen worden vastgelegd voor vijf jaar en vervolgens telkens voor vijf jaar worden verlengd.