Verbeteringen in Woningwet aangenomen door Tweede Kamer

Nieuws Nieuws · 11 maart 2021

De Tweede Kamer heeft op 10 maart 2021 ingestemd met de voorgestelde aanpassingen van de Woningwet, voortkomend uit de wetsevaluatie. Daarbij nam de Kamer een aantal amendementen en moties aan. Aedes is blij dat de wetswijziging nog voor de verkiezingen in stemming is gebracht en nu naar de Eerste Kamer gaat. Corporaties zijn gebaat bij snelle duidelijkheid.

Aedes-voorzitter Martin van Rijn: ‘De Woningwet is op veel punten werkbaarder en toekomstbestendiger geworden. Daarvoor heeft Aedes op basis van geluiden van corporaties steeds input kunnen geven. Het is goed dat we deze regeldiscussie nu snel af kunnen ronden en alle energie op ons werk kunnen richten.’

Wetswijziging

De wetwijziging is al een tijdje onderweg. Aedes liet zelf een evaluatie van de wet uitvoeren, vastgelegd in het advies van de commissie-Van Bochove (eind 2018). Belangrijkste conclusie daarvan was dat de wet te weinig ruimte gaf voor lokaal woonbeleid. Aan dat bezwaar is wat Aedes betreft maar gedeeltelijk tegemoetgekomen. De recente verruiming van de inkomensgrenzen en de buitenwerkingstelling van de markttoets verzachten dat overigens wel. Begin 2019 kwam minister Ollongren met haar evaluatie. Aedes diende vervolgens een uitgebreide consultatiereactie in. Het uiteindelijke wetsvoorstel is daarna nog op enkele punten aangepast.

Verbeterpunten

De wet is verbeterd op veel grote en kleine punten die Aedes heeft aangedragen. Veel regels over details worden geschrapt of eenvoudiger gemaakt.

  • Met name het toezicht wordt flexibeler. Een groot aantal goedkeuringsvereisten vooraf wordt vervangen door verantwoording achteraf. Limitatieve lijsten met geboden en verboden worden omgezet in heldere principes, conform de aanbeveling van Van Bochove. Zo wordt de wet ook toekomstbestendiger gemaakt.
  • Via een experimenteerbepaling kan voortaan nieuw beleid getest worden.
  • Het domein wordt op een aantal punten verruimd. Zo hoeven leefbaarheidsactiviteiten niet langer vooraf in prestatieafspraken opgenomen te worden. Het maximale bedrag van 127 euro per vhe wordt geschrapt en activiteiten gericht op ontmoeting worden toegestaan.
  • Op het terrein van verduurzaming mogen corporaties voortaan hetzelfde met hun bezit als andere vastgoedbezitters.
  • Belemmeringen voor investeringen in maatschappelijk vastgoed worden weggenomen, voorbeelden zijn een buurtcentrum of een dagbestedingsruimte voor zorgbehoevenden. Hiervoor vervalt de eis van fysieke verbinding van zorgruimten met het overige vastgoed.
  • Het proces rond de prestatieafspraken tussen corporaties, gemeenten en huurders biedt meer ruimte om het naar lokale voorkeuren in te richten. Zo is het nu bijvoorbeeld mogelijk om voor meer jaren afspraken te maken. Ook andere partijen zoals zorgpartijen en onderwijsinstellingen kunnen hierbij betrokken worden. 

Amendementen

De Tweede Kamer heeft de wet nog op een aantal punten gewijzigd:

  • Een woonvisie wordt verplicht voor gemeenten, gezien het belang daarvan voor de volkshuisvesting.
  • Bij tijdelijke woningen wordt het eindigen van de omgevingsvergunning een opzeggingsgrond voor het huurcontract. De verhuurder heeft daardoor zekerheid dat de huurovereenkomst tijdig beëindigd kan worden als de vergunning verstrijkt. Het ontbreken van zo’n bepaling zet nu immers een rem op de realisatie van flexwoningen. Ook de rechtspositie van de huurder wordt beter. Nu krijgt een huurder telkens een tijdelijke huurovereenkomst voor maximaal twee jaar zonder enige huurbescherming.  
  • Er wordt een hardheidsclausule aan de wet toegevoegd voor gevallen waarin de wet evident onredelijk uitpakt. Aedes heeft hiervoor gepleit, de wet wordt daarmee toekomstbestendiger.
  • De termijn voor tijdelijke verhuur wordt verlengd van twee naar dire jaar. Corporaties kunnen daar bij DAEB-woningen overigens alleen gebruik van maken bij wisselwoningen, short-stay-verhuur, laatste kans-contracten of huurders die afkomstig zijn uit de maatschappelijke opvang.
  • Er komt een opkoopbescherming voor koopwoningen. Gemeenten kunnen die voor bepaalde gebieden inzetten als daar te veel woningen door beleggers worden opgekocht.