Modelverordening Huisvestingswet 2014

De model-Huisvestingsverordening 2014 biedt gemeenteraden een handvat bij het opstellen van een gemeentelijke verordening ter uitvoering van de Huisvestingswet 2014. Woningcorporaties kunnen de modelverordening gebruiken bij de voorbereiding van het overleg met gemeenten over de totstandkoming van de verordening.

Toewijzing woonruimte

Op 1 januari 2015 treedt de Huisvestingswet 2014 in werking. Deze wet biedt gemeenten instrumenten om te sturen in de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad. Als gemeenten toewijzingsregels willen hanteren, moeten zij een nieuwe huisvestingsverordening opstellen. Gemeenten kunnen daarover geen convenanten meer sluiten met corporaties. Bestaande huisvestingsverordeningen vervallen per 1 juli 2015.

Verplicht overleg met woningcorporaties

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft samen met Aedes, de Woonbond, enkele gemeenten en het ministerie van BZK een modelverordening gemaakt. Deze modelverordening helpt gemeenten bij het herzien van het bestaande huisvestingsbeleid. De gemeente is verplicht alle relevante partijen, waaronder woningcorporaties, te betrekken bij het maken van de verordening (artikel 6 Huisvestingswet 2014). Ter voorbereiding van dit overleg kunnen ook corporaties gebruik maken van de modelverordening.

De nieuwe Huisvestingsverordening heeft een tijdelijk karakter van maximaal vier jaar. Gemeenten moeten steeds opnieuw onderbouwen waarom sturing nodig is en zijn daarbij steeds tot overleg met belanghebbenden verplicht.