Spoedwet over besluitvorming binnen verenigingen tijdens de coronacrisis

De coronacrisis heeft ook gevolgen voor de besluitvorming binnen woningbouwverenigingen en verenigingen van eigenaren (VvE). De Eerste en Tweede Kamer hebben een spoedwet aangenomen, die zorgt dat deze besluitvorming nu toch door kan gaan.

Statuten van rechtspersonen schrijven vaak voor dat een fysieke bijeenkomst nodig is om tot rechtsgeldige besluitvorming te komen. Dat maakt het in de huidige omstandigheden erg moeilijk of zelfs onmogelijk om besluiten te nemen. Daarom is nu de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid aangenomen. Deze wet maakt het mogelijk tijdelijk te kunnen volstaan met communicatie met elektronische middelen in plaats van fysieke overleg- en besluitvormingsprocedures.

Belangrijke onderdelen van de wet

Deze tijdelijke spoedwet maakt het mogelijk buiten een fysieke bijeenkomst om te vergaderen en besluiten te nemen zonder dat er twijfel bestaat over de rechtsgeldigheid van genomen besluiten. Het bestuur kan dit bepalen om te voorkomen dat uitstel van een de vergadering kan leiden tot het niet-naleven van wettelijke termijnen.

Er gelden wel enkele voorwaarden:

  • via elektronisch video of audio verbinding
  • leden moeten vooraf vragen kunnen stellen via chat of email. Deze vragen moeten uiterlijk op de vergadering beantwoord worden en voor alle leden ( al dan niet via de website) elektronisch toegankelijk gemaakt worden.
  • bij de oproep voor de vergadering moet bekend gemaakt worden dat de vergadering uitsluitend langs elektronische weg te volgen is.

Door deze spoedwet kan de verplichte jaarlijkse ledenvergadering voor maximaal vier maanden worden uitgesteld.     

Geldigheid

De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is op 24 april 2020 ingegaan en zou eigenlijk per 1 september 2020 vervallen. In verband de ontwikkelingen rondom het coronavirus is de geldigheidheid verlengd tot 1 december 2020. Na 1 december is het uitgangspunt dat de wet wordt verlengd, tenzij.

De tijdelijke voorzieningen komen slechts te vervallen wanneer tenminste twee maanden vóór de voorgenomen vervaldatum een openbare aankondiging daarvan is gedaan.