Passende arbeid
Na een half jaar WW-uitkering wordt alle arbeid als passend gezien. Dit betekent
dat het niveau of salaris van een baan geen belemmering meer mag zijn om die
baan te accepteren of daarop te solliciteren. Deze maatregel is ingegaan per 1
juli 2015. De maatregel geldt niet voor werklozen die al voor 1 juli 2015 een
WW-uitkering ontvingen. Voor hen geldt dat na één jaar WW-uitkering alle arbeid
passend is.
Inkomensverrekening
Met ingang van 1 juli 2015 is ook de inkomensverrekening in de WW ingegaan. Deze
inkomensverrekening houdt in dat in de eerste twee maanden 75 procent en daarna
70 procent van de inkomsten uit arbeid in mindering komt op de WW-uitkering en
dat de werknemer de resterende 25 procent respectievelijk 30 procent zelf houdt.
Op die manier is werken met een WW-uitkering altijd lonend. De
inkomensverrekening geldt niet voor mensen die al voor 1 juli 2015 een
WW-uitkering hebben. Voor deze groep werklozen vindt ook inkomensverrekening
plaats, maar dan op basis van het aantal gewerkte uren. Dat systeem is nadelig
als de werknemer gaat werken tegen een loon dat lager is dan de WW-uitkering.
Aanpassing duur WW-uitkering
De belangrijkste wijziging is dat per 1 januari 2016 de maximale duur van de
WW-uitkering geleidelijk wordt teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Dit gebeurt
met één maand per kwartaal. In april 2019 is de maximale WW-uitkering dan nog
maximaal twee jaar. Mensen die na 1 januari 2016 een WW-uitkering ontvangen,
krijgen met deze maatregel te maken.
Aanpassing opbouw WW-uitkering
Ook de opbouw van WW-rechten wordt met ingang van 1 januari 2016 aangepast.
Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar één
maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op. Deze
maatregel gaat gelden voor mensen die na 1 januari 2016 een WW-uitkering
ontvangen.