Marktwaardering: werk samen met gemeenten

Aedes-standpunt Aedes-standpunt · 27 juni 2018

Woningcorporaties moeten hun vastgoed in de jaarrekening waarderen gebaseerd op de marktwaarde in verhuurde staat. Een belangrijk onderdeel voor de waardebepaling is de oppervlakte van het vastgoed. De verplichting om de gebruikersoppervlakte volgens meetinstructie - afgeleid van de Nederlandse norm voor oppervlaktebepalingen NEN 2580- te bepalen verschuift van 2019 naar 2021. Dit geeft corporaties de tijd om beter samen te werken met gemeenten. Dat kan kosten besparen en levert een betere afstemming op door eenduidige cijfers. Aedes roept gemeenten en corporaties op om afspraken hierover te maken, voordat de cijfers worden gebruikt voor een taxatie. 

Corporaties bepalen de marktwaarde met het Handboek Marktwaardering. Dat leidt tot de verplichting om de gebruiksoppervlakte vanaf 2019 vast te stellen op basis van de NEN 2580 norm. Voor gemeenten geldt dezelfde verplichting voor de bepaling van de WOZ-waarde. De Waarderingskamer, die toezicht houdt op een goede uitvoering van de wet WOZ, heeft daarvoor een stappenplan gemaakt, gericht op 2021. Tot die tijd kunnen gemeenten nog een waarderingsmodel kiezen voor de WOZ-waardering op basis van de inhoud van een woning. 

Gemeenschappelijk groeipad

Gemeenten zijn momenteel net als corporaties bezig grootschalig de gebruiksoppervlakten van woningen te meten, te controleren of plannen op te stellen om dat te gaan doen volgens de NEN  norm. Mede op aangeven van Aedes en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft  het ministerie van BZK daarom besloten voor het verschuiven van de verplichting naar 2021. Dit jaartal komt ook in het Handboek Marktwaardering 2018 te staan.

Hoe samenwerken

De samenwerking tussen corporaties en gemeenten kan op verschillende manieren. Beide partijen moeten wel dezelfde uitgangspunten gebruiken. In eerste instantie is dat eenvoudig, want zowel gemeente als corporatie nemen de meetinstructie op basis van NEN 2580 als uitgangspunt. Op detailniveau kunnen er wel verschillen ontstaan (bijvoorbeeld de indeling van objecten).